De afgelopen weken stond ik midden in een storm van informatie, zoekend naar uitleg en verklaringen bij alles wat er gaande is in deze abnormale tijden. Ik was vaak het spoor bijster, eerlijk gezegd. De desinformatie, nonsens en de rookgordijnen in alle geuren en kleuren gaan echt wel vervelen. Er ontstaat stilaan weer ruimte voor zelfonderzoek en zelfzorg.
Zo ontdekte ik een tijd geleden bijdragen van dr. Gabor Maté. Een arts die de biologische bruggen uitlegt tussen emotioneel en fysiek welbevinden, daar heb ik wel oren naar. Snuisterend in de virtuele boekenwinkel stel ik vast dat hij rond drie thema’s geschreven heeft: het verband tussen stress en ziekte, verslaving en ADHD. Hup, drie boeken de virtuele winkelkar in, uitchecken en betalen. Twee dagen later liggen ze op mijn nachttafel te blinken.
En zo komt het dat ik een tiental dagen geleden The Realm of Hungry Ghosts inwandelde. Met een bewonderenswaardige dosis deemoed en zelfkennis en nog meer mededogen vertelt de auteur over zijn jarenlange werk met verslaafden. Hij ontleedt de fysiologische en emotionele processen, context en achtergrond van verslaving. Je krijgt onderbouwde informatie en word meteen ook uitgenodigd tot zelfonderzoek, net zoals de auteur ook doet. Ben je helemaal vrij van elke vorm van verslaving? Geen makkelijke vraag, best wel confronterend.
Het thema “verslaving” heeft in mijn leven een zware tol geëist. Daarom, denk ik, doet het mij zoveel deugd om dit boek te lezen. Begrijpen hoe iets in elkaar zit, helpt mij in mijn aanvaardings- en verwerkingsproces. Tot mijn verbazing volg ik de auteur helemaal. Ik snap elke fysiologische uitleg, begrijp zijn mededogen, erken en herken vormen van verslaving in mezelf. Een echte aanrader voor eendier wie met verslaving wordt geconfronteerd, of het nu persoonlijk of professioneel is.
Het boek is bijna uit. Ik draai een bladzijde om en lees de titel van hoofdstuk 33: A Word to Families, Friends and Caregivers. Er gaat een rilling door mij heen. Ik merk dat ik bang ben voor wat ik hier ga lezen, ik voel een aarzeling. “Appréhension” is een beter woord dan aarzeling, maar hoe zeg je dat in het Nederlands? Ik ben beducht voor wat ik hier ga lezen. Beducht, dat is het. Als een kind bijna, dat verwacht straf te zullen krijgen. Ik probeer heel dicht bij dat gevoel te blijven, raap al mijn moed bij elkaar en begin te lezen.
Ik hou het droog op pagina 377. Het mededogen waarmee Gabor Maté het boek heeft doordrenkt, zit ook diep verweven in de woorden die hij voor “families, friends and caregivers” schrijft. Halfweg pagina 378 rolt een eerste traan over mijn gezicht.
“Family, friends and partners of addicts sometimes have only one reasonable decision in front of them: either to choose to be with the addict or to choose not to be with her. […] Unconditional acceptance of another person doesn’t mean staying with them under all circumstances, at no matter what cost to oneself; that duty belongs only to the parents of a young child. Accpetance in the context of adult-to-adult relationships may mean simply acknowledging that the other is the way he or she is, not judging them and not corroding one’s own soul with resentment that they are not different. Acceptance does not mean saintly self-sacrifice or tolerating an eternity of broken promises and hurtful eruptions of frustration and rage. […] If refusal to take on responsibility for another person’s beheaviour burdens you with guilt, while consenting to it leaves you eaten by resentment, opt for the guilt. Resentment is soul suicide.”
Het “kind” in mij voelt zich plots minder “stout”. Op de fragiele kern van mijn wezen rustte blijkbaar nog een zware last. Was ik beducht voor de woorden in het boek? Of eerder voor de reflectie van het scherpe zelfoordeel dat diep in mij verscholen lag, ondanks alle pleidooien die ik tegen dat oordeel menig maal heb ingebracht? Iets in mij was nog altijd meedogenloos hard voor het fragiele. To choose not to be with her… het staat hier, en is plots minder laakbaar.
Stil kom ik tot rust. Ik herlees het hoofdstuk, dat zich nu om mij heen vleit als de liefdevolle omhelzing waar ik best wel behoefte aan heb. Ik strooi wat mededogen voor mezelf en de ander.
Als uitdeinende ringen in het water verspreidt het inzicht zich verder in mij. Onvoorwaardelijke aanvaarding speelt ook buiten de specifieke context van relaties met mensen die met een verslaving worstelen. Telkens wanneer de vraag zich stelt of ik de ander kan aanvaarden zoals die is, zonder oordeel maar ook zonder mijn eigen ziel te belasten met rancune of wrok. Telkens wanneer de vraag zich stelt of ik het gedrag van de ander bij die ander kan laten, zonder de ander te willen veranderen, en wat dat betekent voor het soort relatie dat ik al dan niet met die persoon kan en wil onderhouden.
Byron Katie (geciteerd door G. Maté) vat het kernachtig samen: “I can find only three kinds of business in the universe: mine, yours, and God’s.” Met “God’s” bedoelt ze de werkelijkheid, alles wat buiten ieders controle valt. Ze geeft een interessante vaststelling mee: telkens als ze zich gekwetst of eenzaam voelde, stelde ze vast dat ze eigenlijk met andermans zaken bezig was.
Daar ga ik de komende tijd mee aan de slag: my business, yours, and God’s. Intussen weeft zich een nieuwe mantel van zelfliefde om mijn fragiele kern.
het proces van commitment in het proces van rehabilitatie is de eigenste definitie van “samen leven en vooruitgaan”