[Vous pouvez lire la version française de cette lettre ici.]
Mevrouw Wilmès,
Ondanks mijn diep respect voor de moeilijke opdracht die u sinds begin maart tot een goed einde probeert te brengen, ben ik diep ontgoocheld over het feit dat het intieme sociale weefsel, het contact met onze naasten, zo stiefmoederlijk worden behandeld in de fases van de exitstrategie van de Nationale Veiligheidsraad. Sta mij toe, Mevrouw de Eerste Minister, dat ik u toelicht waarom.
Deze crisis heeft dramatische gevolgen op het economische, sociale en psychologische vlak, gevolgen die zich nog lang zullen laten voelen. In het licht daarvan zullen we elk en allemaal meer dan ooit moeten kunnen bouwen op onze veerkracht en onze moed. Die veerkracht en die moed zit uiteraard in elk van ons. Maar je put die als mens ook en heel sterk uit de ontelbare kleine blijken van steun die we met onze familie en naaste vrienden kunnen delen.
Kunt u ons, uw burgers, een beetje vertrouwen schenken, alstublief? We hebben wel degelijk door dat het om een ernstige situatie gaat. We hebben ongeziene inspanningen geleverd om de druk op onze zorgsector en onze ziekenhuizen te beperken. Zo stellen we ons al weken tevreden met virtuele contacten die het echte contact niet vervangen en nooit zullen vervangen met onze familie die niet onder hetzelfde dak woont en met onze naaste vrienden. Mensen die ons in het verleden hebben gesteund in de moeilijkste momenten van ons leven. Mensen die wij hebben mogen steunen. Die wederzijdse steun die ons van onze meest menselijke kant toont, de meest verantwoordelijke, waarbij we zorg dragen voor elkaar.
We zullen dat sociale weefsel broodnodig hebben voor onze heropbouw, persoonlijk en relationeel. Om onze voorraad aan veerkracht en moed te versterken. Veerkracht en moed waar u zonder enige twijfel maandenlang een beroep op zal moeten doen voor de heropbouw van alles wat beschadigd is door de verregaande maatregelen. Dat sociale weefsel heeft een stevige deuk gekregen. Ik vind dat het hoog tijd is dat we het mogen verzorgen, herstellen en versterken. Zodat we elk, stuk voor stuk, klaar zullen zijn om die hoogst onzekere toekomst tegemoet te treden die ons te wachten staat.
We zullen die moed en veerkracht straks ook nodig hebben, als we terug rustiger en minder angstig zullen zijn, om een dialoog aan te gaan. Een oprechte dialoog, gestoeld op veelzijdige wetenschappelijk onderbouwde bronnen, waarin we zullen moeten onderzoeken wat we, allemaal samen, in deze crisis hebben gedaan. Want er zijn inderdaad beslissingen genomen, maar die zijn ook op grote schaal gevolgd geweest. Ons democratisch erfgoed, waarin we genomen beslissingen in vraag kunnen en mogen stellen, zal ook onze moed en veerkracht nodig hebben om zich van deze crisis te herstellen. Cruciale vragen zullen moeten worden beantwoord, die zullen bepalen welke startpositie we zullen hebben als een volgende pandemie zich zou aftekenen: was de sociale opsluiting de beste optie, was die de enige optie, en wat is de prijs die we er allemaal samen voor betalen (zowel figuurlijk als letterlijk)? Wanneer hebben we toegegeven aan hysterie, welke reflexen en reacties waren heilzaam, welke lessen leren we uit dit hele verhaal?
Virtueel maak ik een openlijke, oprechte en respectvolle buiging, Mevrouw de Eerste Minister, voor de inspanningen die u met uw ploeg levert. Ondanks het groeiende wetenschappelijk onderbouwde materiaal dat ons verplicht om de maatregelen en beslissingen kritisch te evalueren, ben ik ervan overtuigd dat u de keuzes heeft gemaakt die u gepast leken, in eer en geweten.
Bedankt voor de aandacht die u aan mijn schrijven heeft geschonken.
Ik wens u veel moed, en bedankt voor uw inzet voor ons land.
Met vriendelijke groeten,