Een hart, de wilgen en de Wet

In mijn bibliotheek bewaar ik een aantal boeken, die ik af en toe herlees. Omdat het boek anders klinkt, telkens als ik het lees. Zo ook de Alchemist, van Paulo Coelho. Een absolute aanrader, ook bij de tiende lektuur.

Een van de gedachten in het boek trekt telkens weer mijn aandacht: Als je iets wil, spant de hele wereld samen om je daarbij te helpen.

Oh? Is dat zo? Zijn er niet ontelbare dingen die ik mezelf toewens, en die nooit gebeuren? Ik kan alvast een waslijst maken.

Toch stel ik twee zaken vast.

  • Het eerste dat ik vaststel: sommige zaken rollen als een geschenk mijn leven binnen, en ik besef: hé, dit heb ik mezelf eigenlijk toegewenst. Alleen: ik had het nooit zo gek kunnen bedenken, de concrete uitwerking ervan.
  • Het tweede dat ik vaststel: van al die zaken die ik op mijn waslijst toevoegen zou, is er niet één waarvan ik bij nader inzien echt overtuigd ben dat ik het oprecht wens voor mezelf.

En zo werkt de Wet van de Aantrekkingskracht. Voor wie The Secret kent: je kunt het als totale onzin ervaren, of als de meest precieze en onfeilbare Wet die het Leven regeert. In mijn ervaring hangt het enkel hiervan af: hoe diep je bereid bent in jezelf te kijken. Hoeveel sluiers van zelfbedrog je bereid bent opzij te schuiven. Of je bereid bent werkelijk in het diepste van je hart te kijken.

Telkens als ik zo diep kom, echoot in mij een vers dat ik ooit uit een gedicht plukte, als een unieke bloem. Je kunt een hart niet aan de wilgen hangen. Wat ik waarlijk ten diepste wens, dat is er allemaal. Wat mijn hart werkelijk wenst, dat rolt mijn leven binnen. Ook al denk ik soms het tegenovergestelde in mijn hoofd, ik ‘weet’ met heel mijn zijn dat mijn hart nooit aan de wilgen hangt.

Mij geeft het alvast rust om die hele weg te gaan tot het diepste van mijn hart. Daar ontdek ik hoe mijn levensverhaal klopt als een bus. Hoe ik telkens weer de lessen die ik op mijn bord krijg, voor mezelf heb gewenst.

Soms is het behoorlijk ontluisterend om in die spiegel te kijken. Het maakt me kwetsbaar, en tegelijk is het mijn grootste kracht. Het is de essentie van wie ik ben. Het is wat ik hier kom doen.

Soms wens ik dat ik zoveel meer zou betekenen voor ‘de mensheid’. Daaronder zit een onaardige gedachte naar mezelf toe, een gebrek aan respect en dankbaarheid voor datgene wat ik breng, aan die mensen aan wie ik het breng. Het gebeurt zo vaak, onderhuids: dat duwtje, die por, die vingerwijzing. Beseffen dat ik innerlijk nog een hele weg te gaan heb om onverdeeld in mededogen naar mezelf te staan, helpt mij beseffen dat ik ongetwijfeld nog een hele weg kan gaan om in mededogen naar de ander te staan.

En zo kom ik terug bij die wens: ik wil een verschil maken. In mededogen zie ik dan dat ik dat ook werkelijk doe. De schaal is niets dan een invulling, een waarde-oordeel. Als ik vriendelijk ben voor mezelf, dan zie dat het goed is zoals het is.

Waarlijk vriendelijkheid beleiden als ‘religie’, de woorden van de Dalaï Lama indachtig, is een kunst. Het vraagt oefening, geduld, vallen en opstaan, bewustzijn. Dankbaarheid en vreugde voor elke keer dat het lukt. Mededogen voor elke keer dat het tussen mijn vingers glipt.

En zo probeer ik in mijn leven de beste versie van mezelf te zijn, dag na dag. Omdat het dat is wat ik hier kom doen, in dit leven. Ten volle investeren in die opdracht die ik mezelf gaf. En erop vertrouwen dat het goed is zoals het is.

Blessed are the weird, titelt Jacob Nordby het boek waaruit het citaat komt dat op de foto staat. Een zegen om te lezen, als je al eens het gevoel hebt dat jouw weg, jouw pad, niet in ‘het plaatje’ thuishoort.

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Up ↑